(met illustraties van Arno Dijkstra)
In zijn meeste gedichten worden “gewone” gebeurtenissen en gevoelens uit een kinderleven nét bijzonder door een verrassende kijk erop of door de kracht van de suggestie. Of het nu gaat over het dubbele gevoel bij je konijn in een kooi, over het kind dat zijn vader troost als die een voetbalmatch verliest of over de drukte in de stad, een struikelende / duizendpoot / met piepende remmen. Hoe sterk de poëtische suggestie kan werken blijkt uit vele gedichten. De taal die Othuis gebruikt is eenvoudig en helder. Hoeveel je in je hoofd kan verwoordt hij met een verrassend gedicht in “Luchtkasteel”.
In je hoofd kun je veel.
Ruimte genoeg voor een luchtkasteel
om af en toe in weg te duiken.
Op een mooie plek waarvan jij alleen
de sleutel hebt
en waar verder niemand in kan komen.
(Jan van Coillie, Poéziekrant, december 2022)