Het is gewoon gebeurd.
Mijn moeder is verdwenen;
een rare tante
haalt nu mijn vader aan.
Ze maakt het eten,
brengt me ’s avonds
neuriënd naar bed
en ik moet dan een kusje geven.
Beer waar ben je?
Beer kom hier,
sla je pootjes om me heen
en grom wat liefs.
Straks moet ik weer naar bed
en als het licht uitgaat
een kusje geven.
Op het puntje van mijn stoel,
gerinkel in de keuken.
Als ik durfde
dan liep ik heel ver weg.
Het klokje duwt
de grote wijzer
langzaam naar halfacht,
mijn handen kleven.
Beer waar ben je?
Beer kom hier,
sla je pootjes om me heen
en grom wat liefs.
Nog even,
nog even slikken,
ogen dicht
en kusje geven…